Een eigen woning als veilige basis voor een zelfstandig leven

 

Vraag een jongvolwassene naar zijn of haar grootste wens en de kans is groot dat het antwoord is: een plek voor mezelf. Die behoefte is er misschien nog wel meer bij adolescenten die verblijven in een zorginstelling. In juli startte Parteon met een pilot om deze jongeren sneller naar een eigen woning te begeleiden. Met succes: twee dames hebben inmiddels een fijn thuis gevonden.

De pilot is de volgende stap in de samenwerking met de gemeente Zaanstad en verschillende woningcorporaties en zorginstellingen in de regio. Eerder maakten zij de 10 Zaanse Werkafspraken ‘Thuis in de wijk’, een uitwerking van het landelijke ‘Actieprogramma Weer Thuis’ van het ministerie van VWS en BZK. Jannike Oltmans is vanuit jeugdzorgorganisatie Levvel verbonden aan én bedenker van het project. Ze deelde haar idee met Parteon-directeur Harry Platte, die ook meteen enthousiast was, waarna het balletje begon te rollen.

Uitstroom bevorderen

Het doel van het project is om de uitstroom te bevorderen van jongeren met een zorgbehoefte, die  achttien jaar of ouder zijn en op zichzelf willen gaan wonen, maar die het zelf niet lukt om een woning te krijgen. “Het is voor de ontwikkeling van de jongere belangrijk om zelfstandig te wonen, maar ook voor de maatschappij”, zegt Oltmans. Een jongere die zelfredzaam is maar niet zelfstandig kan wonen, houdt namelijk een plekje bezet waar een andere jongere met een zorgbehoefte baat bij kan hebben.

Beperkt netwerk

De krapte op de woningmarkt is iets waar alle jongeren tegenaan lopen. Maar voor jongeren met een zorgachtergrond is dit volgens Oltmans extra moeilijk. “Zij hebben vaak een beperkt netwerk waarop ze kunnen terugvallen. Het is makkelijker om een paar jaar te wachten op een woning als je thuis woont bij je ouders en het daar fijn is, dan wanneer je op een groep woont en klaar bent om te gaan. En ‘onze’ jongeren hebben vaak geen vrienden of familie waar zij op terug kunnen vallen. Hun enige relaties zijn meestal de zorgverleners.”

Toekomstperspectief

In de pilot bepaalt de jongere samen met zijn of haar begeleider wanneer het tijd is om uit te vliegen en op zoek te gaan naar een eigen thuis. Daar wordt dan langzaam naartoe gewerkt. Samen bepalen ze ook wat voor soort woning geschikt is. Vervolgens regelt de zorgverlener een urgentieverklaring voor de gewenste woning. “Op deze manier houdt ook deze groep perspectief op een toekomst waarin zij op eigen benen kunnen staan en kunnen meedoen in de samenleving, net als ieder ander.”

Onderdeel van de maatschappij

De pilot duurt in totaal een jaar. De woningcorporaties stellen in die periode zo’n vijftig woningen beschikbaar. In januari volgt de eerste evaluatie. “De afgelopen maanden waren erg leerzaam”, concludeert Oltmans. “We hebben bijvoorbeeld gemerkt dat het belangrijk is om cliënten nauw te betrekken bij het proces en niet voor hen in te vullen wat een geschikte woonplek zou zijn. Daarmee sloegen we een paar keer de plank mis. Ze hebben geen waslijst aan eisen. Het enige dat ze willen is onderdeel zijn van de maatschappij. Zo normaal mogelijk meedraaien, dat is hun grootste wens.”